Motortop.nl
Alles over motoren!

BRAVOK controlepunten

Voorafgaand aan de examenrit voor het AVD-examen van het motorrijbewijs stelt de examinator je een aantal technische vragen over je motor. Deze vragen gaan over controlepunten die je voorafgaand aan iedere rit moet controleren. Om deze controlepunten te onthouden is er een ezelsbruggetje bedacht, namelijk: BRAVOK. In dit artikel leggen wij je uit waar BRAVOK voor staat en wat de controlepunten zijn die je moet kennen.

Waar staat BRAVOK voor?

De letters van BRAVOK staan voor het volgende:

B: Banden en Brandstof

R: Remmen

A: Accu

V: Vering en Verlichting

O: Olie

K: Koeling en Ketting

Controlepunten Banden:

Lucht in de banden zitten: controleer of de banden voldoende op spanning zijn. De bandenspanning verschilt per motor en kan je vinden in het instructieboekje van de motorfiets.

Profiel op de banden: controleer of er voldoende profiel op de banden zit. Wettelijk gezien hoeft er maar 1 mm profiel op je banden te zitten, maar dit kan voor gevaarlijke situaties zorgen. Daarom is het raadzaam om minimaal 2mm profiel op je banden te hebben.

Droge banden: de banden van je motor mogen niet uitgedroogd zijn, uitgedroogde banden zijn te herkennen aan kleine scheurtjes in het rubber.

Beschadigde banden: de banden mogen geen grove beschadigingen bevatten, steentjes en glas kan je zelf uit de band verwijderen. Spijkers of schroeven kan je het beste laten zitten en door een garage laten verwijderen.

Gelijkmatige slijtage: controleer of de banden op een gelijkmatige manier zijn afgesleten.

Ventieldop: zorg ervoor dat er een ventieldop aanwezig is, deze beschermt het ventiel tegen vuil en vocht.

Controlepunten Brandstof:

Brandstofniveau: controleer of er nog voldoende benzine in de tank zit, zeker bij motoren zonder waarschuwingslampje is dit erg belangrijk.

Brandstofslang: controleer of de brandstof slang nog in goede staat is en niet is uitgedroogd of scheuren bevat.

Controlepunten Remmen:

Remvloeistof: controleer of er voldoende remvloeistof in het systeem aanwezig is. Als er te weinig vloeistof in het systeem zit kunnen er luchtbellen in de leidingen komen, deze verminderen de remwerking.

Remschijf: controleer of er geen vet of olie op de remschijf zit, controleer daarnaast of de remschijf gelijkmatig is afgesleten en geen scheuren bevat.

Remblokken: controleer of de remblokken nog dik genoeg zijn, afgesleten remblokken hebben een verminderde werking.

ABS systeem: controleer de werking van het Abs systeem. Het ABS lampje gaat bij de meeste motoren branden zodra de motor gestart wordt en gaat uit zodra er een snelheid van 10 km/h is bereikt.

Controlepunten Accu:

Bevestiging: controleer of de accu op een degelijke manier is bevestigd.

Accupolen: controleer de accupolen op oxidatie, oxidatie kan worden voorkomen door de accupolen in te vetten met zuurvrije vaseline.

Vloeistofniveau: de meeste moderne accu’s zijn nagenoeg onderhoudsvrij, bij oudere accu’s kan het voorkomen dat het vloeistofniveau daalt. Deze kan je aanvullen met gedestilleerd water.

Controlepunten Vering:

Lekkage: zowel de voor- als achtervering moet gecontroleerd worden op lekkage, kijk of er geen olie rondom de keringen te vinden is.

Vuil: de veringen dienen schoon te zijn. Vuil op de vering kan roestvorming of andere beschadigingen veroorzaken. Een klein beetje roest is mag, maar teveel roest heb je liever niet.

Controlepunten Verlichting:

Algemene verlichting: controleer de werking van alle verlichting en schakelaars, denk hierbij aan: dimlicht, grootlicht, seinlicht, knipperlicht etc.

Remlicht: controleer of de sensoren voor het remlicht werken, het remlicht moet zowel bij gebruik van enkel de voorrem als de achterrem in werking treden.

Controlepunten Olie:

Oliepeil: controleer of er voldoende olie in het motorblok aanwezig is. Het controleren van het oliepeil verschilt per motorfiets. De meeste motorfiets hebben een kijkglaasje aan de onderkant van het motorblok óf een peilstok die aan de vuldop zit. Let er bij het controleren van het oliepeil op dat de motor rechtop staat.

Lekkages: controleer het motorblok op lekkages, wanneer het motorblok olie lekt zul je vettige vlekken op het motorblok aantreffen.

Controlepunten Koeling:

Koelvloeistofpeil: controleer of er voldoende koelvloeistof in het systeem aanwezig is. Op het reservoir staat de minimale en maximale hoeveelheid koelvloeistof aangegeven. Let op dat je de koelvloeistof bij een koude motor controleert, koelvloeistof zet namelijk uit als het warm wordt.

Radiator: controleer de radiator op beschadigingen en op vuil. Om er zeker van te zijn dat de radiator goed zijn werk doet is het belangrijk om de radiator schoon te houden. Controleer de lamellen in de radiator op beschadigingen, beschadigde lamellen kunnen gaan lekken.

Controlepunten Ketting:

Speling: controleer de speling op de ketting, bij de meeste motorfietsen moet de speling op de ketting 2 tot 3 centimeter zijn. Controleer voor de zekerheid het instructieboekje van de motor.

Tandwielen: controleer de tandwielen, als de tandwielen erg scherp aanvoelen zijn deze versleten en moeten ze vervangen worden. Je vervangt beide tandwielen tegelijkertijd en vervangt de ketting ook op dit moment.

Kettingvet: controleer of de ketting goed is ingevet, een ingevette ketting heeft een langere levensduur en slijt minder snel. Het is raadzaam om de ketting in ieder geval om de 500 km in te vetten.

Dit waren alle controlepunten die je voor het AVD-examen moet kennen. Het is verstandig om deze controlepunten voor iedere rit even na te lopen. Is alles in orde? Dan ga je goed voorbereid de weg op en genieten van het motorrijden.